Als je geld gaat lenen, kijkt de bank naar financiële zekerheden en naar de ruimte die je hebt in je budget. Ook jouw woonsituatie zegt daar iets over.
Heb je bijvoorbeeld een koophuis en staat de hypotheekrente nog lang vast? Dan zijn de woonkosten behoorlijk stabiel. De bank kan je een iets lagere rente geven vanwege deze zekerheid. Maar met een koopwoning heb je ook kosten voor onderhoud. En dat is weer van invloed op je maximale leenbedrag. Huur je een woning, dan is voor je financiële ruimte van belang hoeveel huur je betaalt. Bovendien stijgt de huur ieder jaar.
Je woont nog thuis, bij familie of vrienden, op kamers of in een recreatiewoning. Dat is meestal een tijdelijke situatie. Het kan heel goed zijn dat dat tijdens de looptijd verandert. Als je een eigen huur- of koopwoning krijgt, zullen je woonlasten ook veranderen. Maar hoeveel je daar dan aan kwijt bent, is nog onduidelijk. De bank weet niet hoeveel ruimte je tegen die tijd hebt om je lening af te lossen. Zonder huur- of koopwoning kun je daarom geen lening afsluiten.